In de jaren 1940 ontmoetten Rolf Fahrenholtz en Stig Jørgensen elkaar toen ze beiden studeerden aan de Copenhagen School voor Economie. Hun vriendschap werd het begin van een levenslange samenwerking. In 1944 richten ze het bedrijf Rosti op, dat zich aanvankelijk richt op groothandel en halffabrikaten voor de hardware-industrie. In deze tijd maakt het bedrijf zijn producten van bakeliet. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog waren veel materialen wereldwijd schaars. Rosti begint te experimenteren met melamine in de productie van tafel- en keukenartikelen. De eersten die de voordelen van melamine ontdekten, waren de Duitse strijdkrachten, die de grootste bestelling ooit plaatsten. De strijdkrachten bestelden melamine borden van Rosti voor hun voedselvoorziening. In de jaren 1950 was Rosti het enige bedrijf dat in melamine produceerde.

De tijdloze en functionele Margrethe kom

In 1947 besluiten Rolf Fahrenholtz en Stig Jørgensen hun assortiment uit te breiden. Ze besluiten een praktische melamine mengkom te produceren. Het duo koopt voorbeeldkommen in verschillende vormen en materialen, en schakelt de hulp in van een groot aantal huisvrouwen om de verschillende kommen te testen. Rosti, samen met deze vrouwen, besloot dat ze een ronde kom nodig hadden met voldoende ruimte om te roeren en te kloppen zonder dat de inhoud overloopt.

Voor het ontwerp van de kom schakelen ze het ontwerpstudio van Acton Bjørn en Sigvard Bernadotte in Kopenhagen in. Samen met het designstudio produceren ze een kom die net zo veel draait om functie als om kwaliteit en ontwerp.

De productie van de kom begint in 1950. Sigvard Bernadotte wilde de kom een unieke naam geven, wat hem aan Prinses Margrethe deed denken. Sigvard Bernadotte vroeg vervolgens toestemming aan het Deense hof om de naam op zijn ontwerp te gebruiken, wat hem werd verleend. De eerste Margrethe kom wordt gelanceerd met Kerstmis 1954.

De kom is sindsdien een bekroond ontwerpicoon geworden, afgebeeld op postzegels en andere items. Er zijn wereldwijd meer dan 25 miljoen exemplaren verkocht en de kom heeft een vaste plaats in het Museum of Modern Art in New York.